Reglement en tips

Reglement Mini Roparun Zeeuws Vlaanderen

Algemeen:
– Ieder team dient zich uiterlijk 30 minuten voor zijn starttijd te melden bij de inschrijving. Teams die nog niet het inschrijfgeld hebben betaald kunnen dat alsnog ter plaatse doen.

– De teamleider meldt zich bij de inschrijving en ontvangt daar zijn/haar “teamtas”en evt. laatste instructies.

– Iedereen doet vrijwillig en voor zijn/haar plezier mee! Houdt het dus voor elkaar gezellig!
Alle hulpouders en meesters/juffen doen vrijwillig mee en zetten hun tijd voor niets in voor jullie. Wees hier dankbaar voor en laat dit merken door beleefd te zijn en aanwijzingen op te volgen.

– We doen geen wedstrijd in snelheid, maar een uitdaging in volhouden!
Moedig elkaar aan en zorg voor elkaar. Samen uit, samen thuis!
Kom je onderweg andere teams tegen, bedenk dan dat dit geen ‘tegenstanders’ zijn: ze lopen voor hetzelfde doel als jij; dus blijf sportief en moedig ze aan! Iedereen die meedoet verdient respect en bewondering, ongeacht hoe ver of hard ze lopen!
– De (voorste) fietser houdt de stempelkaart bij zich.

– De route is aangegeven door rode pijlen met het logo van de Mini-Roparun. Raadpleeg bij twijfel de papierenroutebeschrijving. Elke 5 kilometer en ‘halfweg’ is langs de route aangegeven.

– Het gebruik van het estafettestokje is verplicht.

– Lopers en fietsers dragen het borstnummer.

– Zit je er even door? Denk dan aan waarvoor je uiteindelijk meedoet!

– Respect voor de omgeving: zo min mogelijk wildplassen; gooi geen afval op de weg; beschadig bij stoppen/parkeren geen natuur/bermen.

Deelname is op eigen risico. De organisatie kan niet aansprakelijk gesteld worden!

Materialen:
– De spullen die ieder team heeft ontvangen in zijn “teamtas” zijn eigendom van de stg. Mini-Roparun Zeeuws-Vlaanderen en dienen na afloop ook weer ingeleverd te worden!!

– Meenemen per team: minimaal 1 gsm in auto en 1 gsm op fiets (waarvan de nummers bekend zijn bij de organisatie), een klein verbanddoosje om blaren, sneetjes en schaafwondjes te kunnen behandelen.

Start en finish:
– Alle lopers van het team melden zich 15 min voor de start op het terrein bij fotograaf voor het maken van een teamfoto! Na het startsignaal lopen ze gezamenlijk de 1e 100 meter. Daar sluiten de fietsers en de auto’s aan. De eerste loper, loopt dan alleen verder en de overige stappen op de fiets of in de auto.

– Bij aankomst/finish kunnen de auto’s en fietsen geparkeerd worden op de met borden aangegeven plaatsen. Van daaruit loopt het gehele team(lopers/fietsers/chauffeurs) naar de Finish alwaar ze een groot ontvangst krijgen!

Veiligheid:
– Ten alle tijden houdt men zich aan de geldende verkeersregels zowel lopers, fietsers als auto’s die volgen! Voetgangers en fietsers zijn de meest kwetsbare verkeersdeelnemers, dus laat bij twijfel ieder ander voorgaan. Zet zo nodig de loper stil (bijv. bij passeren van grote landbouwvoertuigen). Gebruik waar nodig de alarmlichten van de auto.

– De begeleidende fietsers hebben verplicht een (reflecterend) veiligheidshesje aan. Deze wordt door de organisatie ter beschikking gesteld.

– De lopers dragen eveneens verplicht een (reflecterend) veiligheidsvestje! Deze wordt door de organisatie ter beschikking gesteld.

– De begeleidende auto’s hebben achterop verplicht een aanduiding waaruit blijkt dat zij begeleidende voertuigen zijn. Deze aanduiding wordt door de organisatie verstrekt.

– De fietser bij de loper geeft een gewenste wissel aan. De loper volgt zonder discussie alle aanwijzingen van de fietsers op.

– Respecteer verkeersregels: laat ander verkeer voorgaan tenzij verkeersregelaar anders regelt.

– Bij twee fietsende begeleiders, fietst de eerste fietser ongeveer 50 meter vooruit om de route aan te geven. Deze fietser zorgt ook voor veilig oversteken door aldaar voor verkeersregelaar op te treden. De tweede fietser fietst schuin direct achter de loper aan buitenkant. Zo creëer je ruimte voor de lopers en dwing je overig verkeer om ruim om de loper heen te passeren.

– Als er maar 1 fietser begeleidt, fietst deze schuin achter de loper aan de buitenkant. Instrueer de loper ruim van de voren als er afgeslagen of overgestoken moet worden. Treedt waar nodig op als verkeersregelaar (even vooruit fietsen, oversteken begeleiden en de loper weer inhalen)

– De loper loopt RECHTS van de weg, waar mogelijk op de stoep of het fietspad en waar niet anders kan op de weg tegen de trottoirband aan. Op polderwegen rechts houden. Loop zoveel mogelijk verhard (dus niet in de berm) om verzwikkingen te voorkomen.

– Auto’s rijden in principe achter de lopers, behalve bij wissels. Stop/wissel zo veel mogelijk bij uitritten e.d.

– Het passeren van een ander team kan natuurlijk, maar kies hiervoor een veilige plaats.

– Zorg dat er vanaf een stempelpost weer een ‘gat’ van 2 tot 4 minuten ontstaat.

– De fietser mogen onderweg gerust van rol (voor-fietser en loper-fietser) wisselen.

– Uitvallers blijven indien mogelijk gewoon bij het eigen team.

Voeding:
– Eten en drinken tussendoor in kleine hapjes/ porties. Niet te veel kort van te voren eten (steken in de zij). Drinken kun je nooit genoeg, maar altijd in kleine hoeveelheden. Kramp treedt (eerder) op bij onvoldoende drinken. Steken in de zij gaan alleen maar weg door even te stoppen met lopen en lichte druk/massage op de plek van de steken.

– Alle deelnemers (lopers, fietsers en chauffeurs) zorgen zelf voor een lunchpakket. (Ander) drinken en tussendoortjes worden op sommige stempelposten verstrekt.

Kleding:
– Gebruik goed ingelopen schoenen (ter voorkoming van blaren) en bij voorkeur naadloze sokken (ter voorkoming van blaren)

– Neem voldoende kleding mee. Als je het te warm hebt kun iets uittrekken. Zorg dat je iets warmers meeneemt voor na afloop

Gezondheid:
– Bewaak vooral in het begin een rustig tempo. Kies een tempo waarvan je denkt dat je dit lang kunt volhouden. Dat is een tempo waarbij je nog vrij makkelijk kan praten.

– Steken in de zij gaan alleen maar weg door even te stoppen met lopen en lichte druk/massage op de plek van de steken.

– Niet doorlopen met blaren! Direct (laten) behandelen door EHBO, afdekken en doorgaan.

– Ga uit van loopbeurten van ongeveer 300 tot 500 meter (aan het begin). Als je geen kilometer teller hebt, ga dan uit van loopbeurten van 3 tot 4 minuten. Maar wissel daarna vooral naar behoefte en daar waar het uit veiligheidsoverwegingen het beste uitkomt.

– De stempelposten die gepasseerd worden kunnen naar behoefte benut worden als rust, toilet of eten/drinken, maar pauzeer hier niet te lang! (niet langer dan 5 à 10 minuten).

– Een uitgebreide verbanddoos is op alle stempelposten aanwezig. EHBO is beschikbaar op stempel posten en na telefonische oproep bij de organisatie.
(06-)